Kleinvruchtig mengsel in vele vormen en kleuren. Zaaien onder glas op warmte. De zaden in de grond drukken en licht afdekken met fijne aarde. Na opkomst iets door laten groeien, de planten laten afharden en op plaats van bestemming uitplanten (liefst voedzame grond). Pas op voor nachtvorst. Het merendeel van de vruchten kan redelijk lang worden bewaard. De vruchten drogen op een koele donkere plaats.
Deze website maakt gebruik van cookies zodat we u de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in uw browser en voert functies uit zoals u herkennen wanneer u terugkeert naar onze website en ons team helpen te begrijpen welke delen van de website u het meest interessant en nuttig vindt.