Hoe de sering verzorgen?
Seringen vereisen een beschutte standplaats met hafschaduw of volle zon. De grond moet lichtvochtig en doorlatend zijn. Snoei toppen van uitgebloeide bloemen in de zomer en de herfst terug. Bemesten doet u eenmaal per jaar in het voorjaar met organische meststof.
Lees hieronder meer over de verzorging van de sering.
Standplaats
De sering heeft het liefst een plek met halfschaduw of volle zon. Deze heester heeft een voorkeur voor neutrale kalkrijke grond. De bodem moet goed doorlatend zijn, om te voorkomen dat wortelrot de plant beschadigt.
Water geven
Seringen zijn makkelijke planten, maar soms is extra water geven nodig. Als vuistregel geldt dat de grond lichtvochtig moet zijn, maar niet verzadigd.
Tijdens de bloei en in de zomer kunt u uw sering blij maken met regelmatige, grondige watergiften! Krullende bladeren zijn ook een teken dat er meer water nodig is.
Planten
Kies eerst een plek in uw tuin met veel volle zon, of halfschaduw – seringen hebben bij voorkeur veel zonlicht nodig. Graaf vervolgens een gat dat twee keer zo breed is als de kluit. Is uw grondsoort niet goed water doorlatend, verbeter dan de grond door de aarde te mengen met compost of mulch. Plaats de sering in het gat en vul het tot de bovenkant van de kluit. Druk de grond licht aan en geef ten slotte goed water.
Snoeien
Na verloop van tijd kunnen seringen uitgroeien tot enorme struiken. De bloemen bevinden zich aan de bovenkant van de plant, waardoor deze minder goed zichtbaar zijn en soms kale plekken aan de onderzijde verschijnen. Door te snoeien krijgt u een compactere en vollere struik.
Knip na de bloei uitgebloeide bloemtoppen af. Wacht met snoeien tot de rust periode, van november tot maart. Knip of zaag met een goede snoeischaar of zaag een deel van de oude takken af tot 150 cm boven de grond. Zorg ervoor dat u niet te veel snoeit, want dat kan leiden tot minder bloemen in de volgende jaren.